Rare titel hè? Beerputangst. De afgelopen tijd ben ik dit vaak tegengekomen in mijn praktijk. De angst om echt naar binnen te gaan, om echt te voelen.

Hier is niets raars aan. Ons lichaam doet er alles aan om niet naar de pijn te gaan. Ooit heb jij bijvoorbeeld pijn, verdriet, boosheid gevoeld en dit diep weggestopt. Om dit maar niet meer te voelen. Als kind was dat op dat moment nodig. Je kon niet anders.

Om deze pijn niet meer te voelen ben jij je misschien gaan aanpassen. En uiteindelijk heb je allemaal overtuigingen gekregen. Over wat goed is en wat fout is, wat hoort en wat niet hoort. Je bent dit gaan geloven. En stukje bij beetje weet je niet meer wie jij nu echt bent.

Dit is een voorbeeld hoe het kan gaan en wat heel vaak voorkomt. En deze oude pijn hoeft niet eens iets ‘’groots’’ te zijn, zoals het overlijden van een dierbare of mishandeling in je kindertijd. Het kan ook iets ‘’kleiners’’ zijn, je was bijvoorbeeld heel gevoelig en groeide op in een gezin waar hier geen ruimte voor was. Je hebt jezelf toen aangeleerd om je gevoelige kant weg te stoppen. Of je bent voor schut gezet op je 8e door je juf of meester en iedereen moest lachen. Dit kan een diepe impact hebben op je zelfbeeld.

Al deze weggestopte emoties blijven sluimeren op de achtergrond, in je lichaam. En vaak weet je dit niet eens, je weet niet meer welke pijn je als kind hebt weggestopt.

Maar deze pijn kan weer getriggerd worden door iemand anders, bijvoorbeeld door je eigen kind, je partner of een collega. Het makkelijkst is het om de ander de schuld te geven. Maar door de trigger weet je dat er ook iets in jou aangeraakt wordt, er zit ook iets in jou wat gezien wil worden.

Er wordt altijd zo makkelijk gezegd dat je iets (je pijn, je verdriet) los moet laten. Maar je kunt pas iets loslaten als je het eerst hebt vastgepakt.

Dus telkens je gevoelens wegstoppen en niet naar binnen durven gaan zal je uiteindelijk niet geven wat je zo graag wilt maar juist het tegenovergestelde: veel piekeren en hierdoor wellicht slapeloze nachten. En dit kost veel energie.

Het mooie is: de beerput hoeft niet helemaal open. Het gaat om bewustwording. Begrijpen waarom je doet zoals je doet. Kijken naar jezelf, zonder oordeel. Vaak is er een deel IN jou waar een oordeel op zit, waar je een hekel aan hebt. Dit deel stop je het liefst weg. En de lijfwachten binnenin jou helpen je hierbij.

En nu ben je een volwassene en kun je als een volwassene naar de inhoud van de beerput kijken.

Mocht je dit moeilijk vinden: Samen kunnen we kijken welke wonden je hebt opgelopen en welke overtuigingen je hebt over jezelf. Uiteindelijk kom je erachter waarom het gedrag van je kind of partner jou zo triggert. Waarom raakt het jou zo. Het is bijvoorbeeld een eigen, oude pijn die wordt aangeraakt. En je gaat voelen waarom je zo bang was voor die beerput.

En als je kinderen hebt is het een extra motivatie om je eigen ‘beerput’ op te ruimen. Zodat je hen er niet mee belast en jij meer ruimte hebt om de liefdevolle ouder te zijn. Zowel voor jezelf als voor je kind!

Als ‘’de beerput’’ wordt geopend, aangekeken en doorleefd, blijft er minder over om te piekeren en heb je meer energie! En als jij meer energie hebt en je fijner voelt dan straal je dit uit en krijg je dit als een positieve spiegel terug! Dat klinkt mooi toch?